‘Het grootste geluk…? Nooit pech hebben’

06 sep 2023, 15:39 Nieuws
foto 2 150 jaar bouwhuijsen martien vd bouwhuijsen
Bouwhuijsen

Dit jaar bestaat bouwbedrijf Van den Bouwhuijsen 150 jaar. Deze bijzondere mijlpaal viert het bedrijf vanaf september met een reeks van feestelijke activiteiten. Een fietstocht in ’s-Hertogenbosch en omstreken met haar medewerkers, een wandeling door de historische binnenstad met relaties en de publicatie van een jubileumboek aan het einde van dit jubileumjaar. Een inkijk in de geschiedenis van dit Bossche bedrijf en toelichting door Martien van den Bouwhuijsen, telg van de vijfde generatie en momenteel de directeur eigenaar van het bouwbedrijf.

Doorbraak in 1874
In 1873 ging de toen 26-jarige Martinus van den Bouwhuijsen (1847-1922) aan de slag als meester-timmerman. Dan is ’s-Hertogenbosch als Stavoren in Friesland, ‘vergane glorie’ en de stad zit volledig ‘op slot’ en is in verval. Toch had Martinus geen beter moment kunnen uitkiezen. Een jaar later – in 1874 – wordt de vestingstatus opgeheven.

De vestingwerken van ’s-Hertogenbosch zijn niet langer een noodzakelijke en door de wet voorgeschreven bescherming tegen vijandige legers. De vestingwerken en wallen worden gesloopt en de stad krijgt ruimte om te bouwen. Vooraanstaande en sociaal-voelende Bosschenaren maken zich sterk om de misstanden op het gebied van wonen voor de ‘behoeftige klasse’ aan de pakken. Aan de Noordwal, Zuidwal, Westwal en Kasterenwal worden arbeiderswoningen gebouwd. Martinus betrekt er een in de Hofstad en pikt ook zijn graantje mee van de toenemende bouwactiviteiten. Hij legt daarmee de grondslag voor het bouwbedrijf Van den Bouwhuijsen, een ‘oer-Bosch’ bedrijf. In al die tijd is Van den Bouwhuijsen nadrukkelijk verbonden aan de stad ’s-Hertogenbosch.

Gebouwen worden echter vooral bekend als creatie van een architect en dat maakt dat het bouwbedrijf doorgaans bouwt in de ‘anonimiteit’. Zo blijft veelal onderbelicht wat de bijdrage van bouwbedrijven aan het gezicht van een stad is. In de aanloop van het 150-jarig bestaan vonden ze bij Van den Bouwhuijsen dat dat anders kon. Daarom besteedt Van den Bouwhuijsen sinds enkele jaren, in samenwerking met historicus en schrijver Frans van Gaal, speciale aandacht aan de geschiedenis van een Bosch familiebedrijf en haar vele creaties. Eind van dit jaar verschijnen deze verhalen gebundeld in een fraai boek.

Vijf generaties Van den Bouwhuijsen zorgden ervoor dat een echt Bosch bedrijf vele stormen wist te doorstaan. Martien van den Bouwhuijsen, telg van de vijfde generatie, is sinds 2000 in dienst bij het familiebedrijf. Wanneer zijn vader Harrie in 2003 met pensioen gaat, werkt hij samen met zijn ooms Wim en Frans en verkrijgt hij 50% van de aandelen. In 2006 is een jaar van grote veranderingen. Wim gaat met pensioen en Martien’s vader Harrie overlijdt vrij plotseling. In 2008 gaat ook Frans van den Bouwhuijsen met pensioen en is Martien volledig aandeelhouder en daarmee directeur eigenaar. Zoals een echt familiebedrijf betaamt, spelen zijn ooms nog altijd een adviserende rol in het leiden van het bedrijf. Gezamenlijk richtpunt is de verbondenheid met de stad en niet te groot worden.

Oer-Bosch bedrijf
Van den Bouwhuijsen presenteert zich bij voorkeur als een Bosch bedrijf. Martien hierover: ‘Oer Bosch misschien wel. We hebben het imago van een echt Bosch bedrijf. Dat willen we zo houden. De stad en mogelijke opdrachtgevers kennen ons vakmanschap, onze prijzen en ze weten wat we wel en niet kunnen. Alleen voor een heel bijzonder project rijden we om. Bij voorkeur maken we onze werkstraal niet groter dan 20 km. We hebben al jaren uitstekende contacten met de lokale overheid en diverse maatschappelijke instellingen. Daar hebben vorige generaties in geïnvesteerd, ik blijf het ook doen. En het is een kwestie van nuchter ondernemen. De opdrachtgever weet, we kennen nauwelijks logistieke problemen. Alles is binnen handbereik, elk moment van de dag. Hebben we de verkeerde of niet-passende deuren meegenomen, geen probleem, even terug naar het magazijn. We lossen het tijdens de lunchpauze op. Kom daar maar eens om als je als Bossche aannemer in Almere werkt. Dan moet je toch veel kilometers maken om het op te lossen.’

‘We hebben vooral ook iets met historisch ’s-Hertogenbosch. We restaureren op tal van historische locaties aan bijzondere maar ook onopvallende gebouwen. Daarnaast zijn we één van de “steunberen” die de restauratie van de Vestingwerken mogelijk maakt. Toen ons bedrijf 125 jaar bestond deden we de stad een gerestaureerde en opgeknapte Waterpoort cadeau. Met mijn gezin woon ik met heel veel plezier in de Verwersstraat, in het voormalig woonhuis van Jan van der Eerden (1926-2019), grote voorvechter van de historische binnenstad. Heel bijzonder om daar te wonen. We kijken vanuit de tuin op de Binnendieze.’

Van kantine tot balklaag
Martien prijst zich gelukkig met zijn opdrachtgevers. ‘Ze weten ons te vinden voor waar we goed in zijn. We draaien onze hand niet om voor “state-of-the-art” architectuur, we helpen ook graag de woningbouwvereniging die een huis aangepast wil zien voor een huurder met een lichamelijke beperking. Daarbij zijn de drempels laag bij ons.’ Voorbeeld: voetbalvereniging BLC, met meer dan 650 leden vervult een belangrijke maatschappelijke rol. En daarin was Van den Bouwhuijsen tot steun met een aantal esthetische aanpassingen aan de vloer, de toiletgroepen, de keuken en de bar. In 2020 verzorgde Van den Bouwhuijsen een ingrijpende renovatie van het Bossche Bestuurscentrum. Ontvangsthal, raadzaal en diverse vergaderruimtes kregen een geheel nieuwe, frisse uitstraling.

De Moriaan op de Bossche Markt is nu één van de oudste gotisch bakstenen zaalhuizen van Nederland. Het werd in 1961 gerestaureerd, toen een doorbraak omdat oude gebouwen doorgaans modernisering in de weg stonden. Meer dan zestig jaar later, laten leeftijd en intensief gebruik hun sporen achter. Medio 2020 zijn er ernstige gebreken geconstateerd aan de balklagen. De balken zijn aangetast door bruinrot veroorzakende schimmels en door de bonte knaagkever. Vloerdelen zijn gekraakt en constructieve balken hangen door. Van den Bouwhuijsen werkte aan het terugbrengen van de volle sterkte van de constructieve bouwkundige onderdelen. De werkzaamheden werden uitgevoerd in nauwe samenwerking met een gespecialiseerd houtreparatiebedrijf.

‘Deze staalkaart van projecten geeft precies aan hoe wij bekend willen staan, lokaal maar technisch en organisatorisch zeer breed inzetbaar met vakmanschap en kennis als basis’, concludeert Martien met enige trots.

Loyaliteit en blijven ontwikkelen
Familiebedrijven staan bekend om hun loyaliteit naar elkaar. Martien legt uit hoe dat naar zijn mening werkt: ‘Loyaliteit moet je als werkgever verdienen. Mensen moeten op hun manier kunnen functioneren binnen de doelstelling van het bedrijf. En daarin zijn we wel ruimhartig. Mensen die een tijd in een flinke dip zitten en daardoor minder functioneren sturen we niet zomaar weg. Ik maak, mede door onze omvang, het personeelsprobleem ook niet groter dan het is. Ik weet van het menselijk tekort en het grote talent onder mijn mensen. Een bedrijf moet lang voor zijn mensen willen staan. Wil je zelf loyaliteit, dan moet je die zelf ook laten zien. Iedere nieuwe werknemer krijgt hier het lidmaatschap van de Kring Vrienden van ’s-Hertogenbosch als een soort welkomstgeschenk, ongevraagd, altijd weer een verrassing dus. Ik heb nog geen klachten gehoord. Integendeel, iedereen vindt het leuk. Vooral de boottocht over de Binnendieze maakt de mensen echt blij.’

Martien haalt een familie-anekdote aan: ‘Wat ik wel, tenminste indirect, van mijn opa Martinus heb meegekregen is zijn terugkerende uitspraak: ‘Genoeg is genoeg’. Als het bedrijf maar gezond is. Het hoeft niet zo nodig heel groot te worden. Voor mij is deze onderneming leiden meer dan een manier van geld verdienen. Ik ontplooi mij als mens en persoon in dit bedrijf. Al mijn geld zit overigens in het bedrijf. Nee, rijk ben ik niet. Of toch ook weer wel. Ik veroorloof mij de liefde voor auto’s. Voor mij en mijn gezin is het ook prima om te zeggen: ‘Dan dit jaar maar geen vakantie!’ als het eens tegen zit natuurlijk. Ik ben niet uit op de zogenaamde cash cows. Het gaat zeker ook om voldoening in je werk en de kwaliteit die je aflevert.’

Bouwen op weg naar 2040
Het mooiste van de bouw is het belang van het product. Een samenleving kan niet zonder gebouwen. Het is een levensvoorwaarde. Martien hierover: ‘Probeer het maar eens zonder. En dan wordt het leven door gebouwen ook nog eens mooier, veiliger en comfortabeler. In een tijd waarin de klimaatcrisis heftig om zich heen grijpt, stelt dat hele, nieuwe uitdagingen. Klimaatbestendig bouwen dus.’

Waar moet het bedrijf in 2040 staan, zo ongeveer het moment waarop jij met pensioen gaat? Martien antwoordt: ‘Bij de tijd blijven, dat is ook toch ook bepaald een ambitie. Vandaag betekent dat: slimmer omgaan met data, automatisering en voorspellingen en zo de schaarste, denk aan handjes en materialen, optimaal inzetten. Het betekent vooral ook: vooropgaan in circulair en biobased bouwen en verduurzamen. Wat dat laatste betreft moet ik steeds vaker denken aan een uitspraak van Mahatma Gandhi (1869-1948): “Slechts diegene mag slopen die iets beters kan bouwen.” Hergebruik van oude gebouwen, vernieuwbouw van bestaande panden, het wordt volgens mij, denkend aan werkelijk duurzaam bouwen, steeds belangrijker. Lijkt me een mooie uitdaging voor de toekomst van ons bedrijf, op weg naar een zesde generatie Van den Bouwhuijsen.