Over Bosschenaren die verdienden aan de slavernij

08 feb , 13:05 Nieuws
bredehavenslavenhandelof
Knillispoort

Alex van Stipriaan Lucius, hoogleraar Caraïbische geschiedenis op 15 februari in het Historisch café van de Knillispoort 

‘Witte Nederlanders moeten zich sowieso een beetje bescheiden opstellen als Afro-Nederlanders zeggen: ik heb nog altijd last van de slavernij. Je krijgt vaak de reactie: “Ik heb toch ook geen last meer van Napoleon?” Maar de bezetting door Napoleon was van beperkte duur. Terwijl de slavernij eeuwen aanhield. 

Aan het woord is Alex van Stipriaan, Hij neemt de bezoeker van het Historisch café op 15 februari mee in het verhaal van de slavenhandel inhield en de betekenis en impact voor de huidige  Van Stipriaan is één van de oprichters van het nationaal slavernijmonument en het Nationaal Instituut Nederlands slavernijverleden en erfenis in Amsterdam. Hij geldt al decennia als één van de specialisten op het gebied van het Nederlands slavernijverleden en de (hedendaagse) erfenissen daarvan. In juni 2022 kreeg hij de Duthilprijs voor zijn boek Rotterdam in slavernij.

Van Stipriaan promoveerde in 1993 op het proefschrift: Surinaams contrast. Roofbouw en overleven in een Caraïbische plantagekolonie 1750 – 1863. ‘Mijn ouders wisten niet dat Nederlanders slaven hielden in Suriname‚ vertelden ze toen ik met mijn studie bezig was’, vertelt hij nu.

Bossche connectie
Voor verhalen over de geschiedenis van slavernij en slavenhandel in de koloniën kijken we  vooral naar Hollandse havensteden. Vaak hebben ze een uitgesproken VOC verleden. Maar…

’s-Hertogenbosch…? Van Stipriaan verhaalt over Bosschenaren en hun belang in slavenhandel. Op de website van Erfgoed ’s-Hertogenbosch vind je trouwens ook verhalen over een zekere ‘Bossche connectie’  met slavenhandel.

In ’s-Hertogenbosch waren er meer families die veel geld verdienden aan de koloniale handel, bijvoorbeeld de families Van Lanschot, Potters en Van Hoven. De stad zelf werd rijker door de belasting die moest worden betaald in de haven. Ook Bosschenaren die in de haven werkten, verdienden aan de handel.  

Suikerhuis
De handelsroute via de Bossche haven maakte het voor Bosschenaren aantrekkelijk om ook iets te verdienen aan de koloniale handel. Iemand die dit wel zag zitten, was Dirk van Bree. Hij kreeg in 1671 toestemming van het stadsbestuur om een suikerraffinaderij te beginnen. Hier werd ruwe suiker verwerkt tot witte suiker. Met zo’n fabriek zou ’s-Hertogenbosch nog belangrijker worden als handelsstad. 

Dirk van Bree bouwde zijn suikerfabriek aan de Bossche Markt. Het gebouw kwam bekend te staan als ‘het Suikerhuis’. De handel in suiker maakte de familie Van Bree heel erg rijk. Van hun winsten kochten ze een van de meest luxe huizen van de stad: het Hof van Zevenbergen. 

Genoeg verklapt, kom naar de lezing over de Bossche connectie met de slavernij op zaterdag 15 februari a.s. van 13:00 tot 15:00 uur in De Knillispoort in de Korte Waterstraat 15. In verband met de organisatie vragen wij u zich vooraf aan te melden via  [email protected]. Meer informatie: [email protected], 06-45482739 De entreeprijs is vijf euro. Dat is inclusief koffie/thee en een plak cake. Donateurs van de Knillispoort hebben gratis toegang.