Zaak zelfdodingsmiddel en antibraakmiddel: OM niet in hoger beroep

De rechtbank Oost-Brabant veroordeelde dinsdag een 80-jarige man uit 's-Hertogenbosch tot een gevangenisstraf van een half jaar voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaar en een taakstraf.

Hij verstrekte in een periode van meer dan zestien maanden meerdere keren een antibraakmiddel met het zelfdodingsmiddel middel X en overtrad daarmee opzettelijk de Geneesmiddelenwet. Het Openbaar Ministerie Oost-Brabant (OM) kan de uitspraak op belangrijke onderdelen volgen en tekent geen hoger beroep aan in de zaak.

Net als het OM markeerde de rechtbank in het vonnis dat de strafzaak onlosmakelijk verbonden is met (de maatschappelijke discussie rondom) hulp bij zelfdoding. De Bosschenaar verstrekte het antibraakmiddel immers als essentieel onderdeel van het setje met middel X. Het setje was bedoeld voor zelfdoding.

In het vonnis onderstreepte de rechtbank dat het belangrijk is dat zorgvuldig wordt omgegaan met het zelfgekozen levenseinde. De dood is immers onomkeerbaar, zodat daarin risico’s schuilen als bijvoorbeeld sprake is van een onvoldoende doordachte stervenswens. Vanwege die risico’s zijn in Nederland de waarborgen neergelegd in de Euthanasiewet. De rechtbank nam het de man ook zeer kwalijk dat hij zijn eigen morele kaders toepaste in plaats van zich te houden aan wet- en regelgeving.

De rechtbank ziet, net als het OM, een risico op herhaling en legt daarom een forse voorwaardelijke gevangenisstraf met een lange proeftijd op. Ook werd een taakstraf opgelegd. Omdat de rechtbank het in de kern eens is met het OM en dit vonnis de strafbaarheid van dit handelen duidelijk benadrukt, heeft het OM besloten om niet in hoger beroep te gaan.