In 2024 werden er zo weinig wespen gezien dat de vraag “Gaat het slecht met de wespen?” regelmatig gesteld werd. Een vraag waarvan je niet zou verwachten dat mensen die stellen, gezien het negatieve imago die wespen hebben. Dit jaar lijkt het erop dat er meer wespen zijn, al ervaart niet iedereen dat zo. Zelfs bij horecaondernemingen zijn er grote verschillen in de aantallen wespen die op de terrassen komen. Met de Nationale Wespentelling hopen natuurorganisaties antwoord te krijgen op de vraag of er dit jaar meer wespen zijn dan vorig jaar.
Op sociale media gingen in juli al berichten rond over grote aantallen wespen in de Efteling, en verschenen er berichten in de media over horecaondernemingen die ofwel moeite hadden de wespen van hun terrassen te houden, ofwel geen last hadden van wespen op hun terras. Volgens de Wespenstichting is dit jaar wel degelijk een beter wespenjaar dan 2024, en is er vooral ook sprake van meer spreiding over het seizoen.
Vroege wespennesten en late wespennesten
Wat dit jaar opvalt is dat er vroege
wespennesten zijn, maar ook late wespennesten. Voorzitter Sjoert Fleurke van de Wespenstichting:
“Door het droge voorjaar zijn de vroege nesten niet allemaal voortijdig
uitgestorven, we zien dat er daardoor wespennesten zijn die vroeger in het jaar
tot wasdom zijn gekomen, en dan ook eerder zullen uitsterven. Dit heeft als
gevolg dat de zoektocht naar zoetigheid ook eerder begint, maar dat gaat dus
niet op voor alle wespennesten. "Er zijn ook veel wespennesten die het
gebruikelijke tijdspad volgen, en waarvan de werksters dus pas in augustus op
zoek zullen gaan naar zoetigheid.”
Sociale wespen en solitaire wespen
De meeste mensen denken bij wespen aan de
geel-zwart gestreepte insecten die venijnig kunnen steken. Dat betreft slechts
een klein deel van de ongeveer zesduizend wespensoorten die in Nederland
voorkomen. Het zijn de sociale wespen die wespennesten bouwen die voor het
negatieve imago van wespen zorgen. En eigenlijk ook maar twee van de zestien
soorten die in ons land voorkomen. Fleurke: “Alleen de gewone wesp en de Duitse
wesp, die we voor het gemak samen ‘limonadwespen’ noemen, komen in augustus bij
ons zoetigheid zoeken. Ze doen dat omdat de koningin minder eitjes is gaan
leggen, en er minder larven in het nest zitten. De werksters krijgen hun zoete
voeding tot dan toe van de larven, maar door de afname van het aantal larven
ontstaat er een tekort aan zoetstof in het nest. De werksters gaan dat dan
buiten het nest zoeken en juist rond de tijd dat dit gebeurt zitten wij massaal
buiten met onze drankjes en ijsjes.”
Andere sociale wespen komen niet op onze zoetigheid af, en halen dit zelf in de natuur. Zo vind je Europese hoornaars nogal eens op bomen waar ze boomsappen drinken. De vele solitaire wespensoorten zijn te vinden op allerlei bloemen en planten. Wie deelneemt aan de Wespentelling ontdekt hoeveel andere wespensoorten er in de omgeving te zien zijn. “Je kan zomaar een prachtig gekleurde goudwesp, een muurwesp, urntjeswesp of graafwesp tegenkomen”, zegt woordvoerder Nathan Veenstra van de Wespenstichting. “Op de zoekkaart die bij de telling hoort zie je een paar voorbeelden, en er staat extra informatie op over deze wespen. En je ontdekt welke lookalikes er zijn, die vaak ten onrechte worden aangezien voor wespen of bijen.”
De ene wesp is de andere niet
Naast het verschil tussen sociale wespen en
solitaire wespen zijn er ook nogal wat verschillen tussen de sociale wespen en
solitaire wespen onderling. “Zo zijn er sociale wespen waarvan de nesten al in
augustus of september uitsterven, en waarvan de werksters dus al vóór augustus
op zoek gaan naar zoetigheid”, legt Veenstra uit. “We hebben dit jaar nogal wat
aanvragen gekregen waarbij het ging om nesten van de Saksische wesp of de
middelste wesp, wespensoorten die relatief kleine nesten maken met op het hoogtepunt
een paar honderd werksters. In een volwassen nest van limonadewespen zitten al
gauw enkele duizenden werksters, die ook nog eens pittiger zijn in hun
defensieve gedrag dan de zogenaamde langkopwespen, waar de Saksische wesp en de
middelste wesp onder vallen.”
Dit jaar ook wespennesten te tellen
Wil je meehelpen met de Nationale
Wespentelling, kies dan een plek uit waar je 30 minuten lang bijhoudt welke
wespen of op wespen lijkende insecten je ziet. Dat kan van zaterdag 16 tot en
met zondag 24 augustus. Je kan één keer of meerdere keren tellen. De resultaten
geef je door via tuintelling.nl/tellingen, waar je verdere
informatie vindt en jouw telling kan invoeren. Op de website van de
Wespenstichting vind je alles over de verschillende soorten wespen in
Nederland. Je hoeft niet letterlijk in je tuin te tellen, tel gerust
op een plek waar jij denkt wespen tegen te komen.
Vanaf dit jaar kan je ook wespennesten tellen en invoeren. Zo hoef je dus niet tientallen tot honderden wespen te tellen, maar kan je bij een plek waar je wespen af en aan ziet vliegen kiezen voor het noteren van een wespennest.
Telt heel Brabant mee?
Vorig jaar telde de provincie Brabant 67
deelnemers, die samen 87 keer hebben geteld. Daarmee droegen deze tellers voor 11%
bij aan het aantal tellingen. Om een zo betrouwbaar mogelijk beeld te krijgen,
hoopt de organisatie dat er dit jaar meer deelnemers meedoen, zowel in Brabant als
landelijk. Een goede spreiding over de gehele provincie draagt bij aan een
betrouwbaar beeld, en tellen is leuk, alleen al omdat je er altijd wat van
opsteekt.
Wespentelling: ontwikkelen in kaart brengen
De Nationale Wespentelling wordt sinds 2022
georganiseerd door de Wespenstichting, en sinds 2024 werkt de stichting samen
met EIS
Kenniscentrum insecten en Tuintelling.nl. Deze samenwerking leidde
vorig jaar al tot een verviervoudiging van het aantal tellers, en de
verwachting is dat hierdoor op termijn een duidelijker beeld ontstaat van de
wespenstand en de verspreiding van de verschillende soorten in Nederland.