De wintertijd gaat in de nacht van zaterdag 26 op zondag
27 oktober in. De klok wordt dan een uur achteruit gezet, waardoor het ‘s
avonds eerder donker wordt. Om 03.00 uur wordt de klok een uur verzet, naar
02.00 uur.
Dit jaarlijks terugkerende ritueel, gevolgd in veel delen
van de wereld, heeft als voornaamste doel het vermeende energieverbruik te
verminderen door een efficiënter gebruik van het natuurlijke daglicht. Hoewel
moderne elektronische apparaten vaak automatisch de tijd aanpassen, is dit het
moment om je traditionele klokken en horloges handmatig bij te stellen.
Aanpassen aan de kortere dagen
De wintertijd brengt de komst van kortere dagen en langere
nachten met zich mee, wat een merkbare invloed kan hebben op onze dagelijkse
routines en gemoedstoestand. Voor een soepele overgang is het raadzaam om je
slaappatroon aan te passen, ’s ochtends wat extra tijd in het natuurlijke licht
door te brengen en je voor te bereiden op de gezelligheid van het naderende
winterseizoen.
Traditie en voortdurende discussie
Het instellen van de wintertijd is een lang bestaande
traditie in vele landen, maar blijft onderhevig aan debat. Sommigen betwijfelen
of het werkelijk tot energiebesparing leidt, terwijl anderen het nut van de
regeling in twijfel trekken. In sommige regio’s wordt zelfs overwogen om de
wintertijd af te schaffen. Desondanks blijft de overgang naar de wintertijd een
jaarlijks terugkerend evenement dat ons eraan herinnert dat de seizoenen
veranderen en de winter voor de deur staat. Bovendien biedt het een gelegenheid
om ons huis en onze dagelijkse gewoonten voor te bereiden op de komende
wintermaanden.
Op zondag 31 maart 2025 gaat de zomertijd weer in.